Column Furie november 2019

By 11 november 2019Nieuws

Het stalen hart

Via een oud kapitein van Smit (Jan Broek) die in onze straat woonde kwam ik in contact met de Furie. “Ik mot invallen als kapitein op die ouwe boot in de haven, as je zin heb ken je van mij mee ventje,” zei hij. Ik dacht als jonge puber van dertien jaar; ach kwaad kan het niet. Tijdens die vaartocht werd ik gevangen door het stalen glimmende stomende hart van het schip. Het was liefde op het eerste gezicht. Ik ben vanaf die dag vrijwilliger geworden, de machinekamer daar wilde ik blijven.
Ik ben begonnen met stoken van de Schotse ketel en heb dit met vallen en opstaan geleerd. Brandwondjes hier en daar mochten de pret niet drukken. Tijdens een vaarttochtje Sinterklaas lette ik niet op en kreeg een vlam in mijn gezicht. Ben er achteraf niet slechter van geworden, de jeugdpuistjes waren gelijk weg. Was een wijze les voor mij als jongen, en zorgde er wel voor dat je oplet in je leven. Deze les heeft mij ook in mijn werk als procesoperator bij diverse fabrieken altijd geholpen.
Na het stoken onder de knie te hebben mocht ik verder en kwam bij het hart van het schip. De machinekamer bevat geweldig mooie stukken techniek, het bedienen ervan is geweldig. Tijdens de mooie vaartochten met het schip zorgdragen voor het reilen en zeilen van de voortstuwing, is nu al achtendertig jaar mijn hobby en het verveelt geen minuut. Behalve tijdens de vaartochten over zee ben ik graag in de machinekamer, op zee behoor ik tot de groene jongens en ben liever aan dek in de wind bij de verschansing.
Ik zou het leuk vinden om jongeren in de machinekamer en op het schip te verwelkomen om onze hobby te delen.

Krijn van den Boogaart
2de machinist