Voortstuwing:

De  technische installatie van de ‘Furie’ bestaat uit een 2-vuurs Schotse ketel, een Triple Expansiemachine en hulpapparatuur, zoals pompen, condensor en een stoomturbine voor de stroomvoorziening. Ketel en machine zijn beide in 1916 gemaakt door de Machinefabriek Fulton, onderdeel van de Bodewes werf waar de sleper is gebouwd.

Stoomketel:

De ketel, een z.g vlampijpketel met twee vuurgangen en een waterinhoud van 15.000 liter, werd vroeger gestookt met kolen. In 1957 werd ze echter omgebouwd tot oliestook, waarvoor naast twee oliebranders van Amerikaans makelij ook bunkers voor 37.000 liter olie werden geïnstalleerd. Voor het opstoken met een koude ketel, wordt één van de branders gekoppeld aan een elektromotor. Deze motor drijft via een V-snaar de ventilator aan, die voor de benodigde luchttoevoer in de brandermond zorgt. De olie wordt nu met de lucht door de brandermond in de vuurgang verstoven en met een fakkel tot ontbranding gebracht.

2
Vuurgangen
15000
liter water
37000
liter olie

STOOMMACHINE:

De Triple Expansiemachine drijft via het stuwblok en de schroefas de schroef aan. De machine heeft twee draairichtingen en kan met behulp van de Hackworth omkeerbeweging de sleper zowel voor– als achteruit laten varen. ‘Triple Expansie’ betekent dat de stoom die in de machine komt drie keer expandeert. Daarvoor heeft de machine drie cilinders, in oplopende diameter om er zo voor te zorgen dat de kracht op de zuigerstangen in alle drie de cilinders gelijk is. (kracht is druk maal oppervlak). De stoom, met een werkdruk van 14 bar, komt via de hoofdstoomafsluiter en de hogedrukschuif in de hogedrukcilinder. Door het expanderen van de stoom wordt de stoomzuiger in werking gezet. Aan het einde van de zuigerslag verlaat de stoom de cilinder met een druk duidelijk lager dan 14 bar. Ze gaat via de middendrukschuif naar de middendrukcilinder, doet daar haar werk en gaat met nog nauwelijks enige druk via de lagedrukschuif naar de lagedrukcilinder. De afgewerkte stoom uit de lagedrukcilinder gaat naar de condensor, die de stoom terugkoelt tot water, dat vervolgens weer naar de ketel wordt gepompt.

POMPEN:

Bij de machine horen aangebouwde pompen, zoals:
• een koelwater-circulatiepomp, die koelwater door de condensor pompt.
• een vacuümpomp die zorgt dat het voedingwater uit de condensor gehaald wordt en naar een warmwaterbak/ olievanger wordt gepompt.
• een voedingpomp die het water uit de warmwaterbak naar de ketel pompt.
• een lenspomp die ervoor zorgt dat de bilge van het schip droog blijft.

Heel wat machinerie dus, dat veel onderhoud en vakmanschap vereist..

Foto: Jan Steehouwer

Technische specificaties

Machine:

  • Triple Expansie
  • 450 IPK
  • 120 omw/min
  • omkeerbeweging: Hackworth

Ketel:

  • 2-vuurs Schotse ketel
  • 140 vlam– en 70 steunpijpen
  • verwarmd oppervlak 140 m2
  • werkdruk 14 bar.