André Klaasen

By |

Ik ben André Klaassen, geboren in Den Haag op 16 Oktober 1962. Omdat mijn vader op het Defensie Computer Centrum werkte vlak bij Maassluis verhuisden wij eerst naar De Lier om in 1968 door te verhuizen naar Maassluis. Via twee jaar MAVO naar de Calant LTS Bouwkunde waarna 1 jaar MTS in Schiedam en 14 maanden Marechaussee toch maar de Kassenbouw in. Via een kennis gaan werken bij Gist-brocades in Delft waar ik mijn passie vond in de Biotechnologie in de productie van Penicilline. Na een aantal jaren avondstudie ben ik van Biobrandstoffen Enzymen ontwikkeling en verkoop terechtgekomen in de handel en ontwikkeling van Enzymen voor in de wasmiddelen in Europa.
Samen met mijn vrouw Petra van Klinken hebben we twee kinderen, Robin en Marcella die inmiddels het nest al hebben verlaten. In 2007 zijn wij van de Walmolen naar de Prinsekade verhuisd waardoor ik regelmatig langs de Furie liep om onze hond Quinty uit te laten. Toen ik de jongens achter op dek zag zitten, stapte ik aan boord en vroeg of ik “op de wachtlijst mocht” om mee te doen als vrijwilliger. Omdat ik in de productie van Penicilline veel met stoom had gewerkt werd me gevraagd direct al een paar weken mee te draaien op de stookplaat bij Piet om te kijken of ik in het team zou passen. Kennelijk was het goed genoeg want ik ben na 10 jaar nog steeds betrokken. Nu ben ik lid van het stokersteam onder leiding van Arie Uiterdijk. Vanwege mijn reizende werk ben ik niet veel betrokken bij onderhoudswerkzaamheden. Omdat ik op loopafstand woon van de Furie help ik ’s avonds bij het opstoken. Ook help ik mee als het nodig is tijdens een reis. Ik hou me aan het “stokers-vak” omdat het niet eenvoudig is en er weinig mensen zijn die de laatste volledig handmatig bediende olie-gestookte branders veilig kunnen bedienen. Over zee vind ik leuk (avontuurlijk) en neem het risico van de zeeziekte voor lief. Vooral beneden op de hete stookplaat in de olie-lucht is het risico op zeeziekte hoog. Als stokers wisselen we elkaar af. Zo zie je nog wat van de reis en wordt het vak van (olie) stoker doorgegeven.
Ik hoop nog vele jaren betrokken te mogen zijn bij dit bijzondere team, welke jaar in jaar uit deze oude dame in haar volle glorie weet te (be)houden.

Marnix Vlielander

By |

Ik ben Marnix Vlielander, geboren 30 april 1994 te Vlaardingen.
Na mijn geboorte gelijk uit Vlaardingen vertrokken en in Maassluis komen te wonen waar ik tot nu toe woon. Als 4 jarige ben ik naar de basisschool Spectrum gegaan waar ik tot mijn 12e heb gezeten, zowel op de hoofdlocatie als het laatste jaar op de dependance.
Daarna stond ik voor de keuze om naar het Lentiz college Maassluis te gaan of naar het STC vmbo binnenvaart te Rotterdam. Ik heb gekozen om naar het Lentiz college te gaan. Ze hadden daar een nieuw concept leren overgebracht vanuit Amerika. Geen boeken meer, maar een hele dag met dezelfde laptop waar alles op stond, elk jaar 3 projecten maken en uitwerken. Aan de hand van deze projecten kon er een eindpresentatie over gegeven worden van ruim een half uur of langer. Het mooiste aan deze projecten was dat je zelf het onderwerp kon kiezen. Dat ging natuurlijk altijd over de maritieme kant van de wereld.
Na 2 jaar in de klas te hebben gezeten werd mij de vraag gesteld of ik het leuk zou vinden om een maatschappelijke stage te lopen op de Furie als 15 jarige. Ik heb daar uiteraard JA op gezegd. Ik kon ook gelijk de week erna aan boord beginnen op woensdags. Piet Westdijk (voormalig hoofdstoker) was mijn stage begeleider. Ik kreeg zeer snel opdrachten voor me geschoven zoals roestbikken/schuren/verven. De handtekeningen in m’n stageboek stroomden vervolgens snel binnen, waardoor ik na een paar stagedagen eigenlijk al klaar zou zijn. Echter werd mij de vraag gesteld door Leo Vermaas of ik het niet leuk zou vinden om als vrijwilliger te blijven op de Furie. Ik hoefde daar natuurlijk niet lang over na te denken.
Zelfs de eerste vaarttocht stond al op de planning Havendagen Terneuzen 2009. Ik kreeg een zee-vader aangewezen, Dhr Arie Uiterdijk. Nou, als je een zee-vader krijgt zoals Arie dan zit je altijd goed, want halverwege het weekend moest Arie naar huis voor een verjaardag, (lekkah rustaagh op z’n Haags).
Na het behalen van mijn examens op het Lentiz college ben ik de opleiding Maritiem Officier alle schepen niveau 4 gaan volgen aan het Scheepvaart en Transport college te Rotterdam. Opleiding zou 4 jaar duren maar werd uiteindelijk 5 jaar. In die 5 jaar 2 keer stage gelopen bij de Bock Maritiem uit Alkmaar.
Schepen lijst:
1e schip MV Smaragd
2e schip MV Amadeus Aquamarijn
Ik heb tijdens de stage enorm veel bijgeleerd en na mijn stage werd mij de vraag gesteld of ik niet wilde blijven binnen het bedrijf. Hier heb ik ja op gezegd, waardoor ik nu 1e stuurman ben op de Amadeus Silver. Het werkschema wat we hier normaal aanhouden is 10 weken op en 10 weken af. Wat dan mooi de gelegenheid geeft om het onderhoud op de Furie beet te pakken in de tijd dat ik thuis ben. Het enige nadeel is dat ik niet alle vaartochten aanwezig kan zijn. Aan boord van de Furie zie ik mij zelf wel als een manusje van alles. Van onderhoud aan het schip tot aan het varen en stoken. De sfeer aan boord maakt het werk natuurlijk ook een stuk leuker.

Wim Tuunter

By |

Ik ben Wim Tuunter, geboren op 13-02-1948 in Den Haag en heb daar gewoond tot 1970.
Toen heeft mijn vader de winkel verkocht, zijn we naar Leiderdorp verhuisd. Daar ben ik getrouwd met Liesbeth
en we hebben intussen drie kinderen en drie kleinkinderen. We hebben daar gewoond tot 1999 en zijn toen verhuisd naar Maassluis.

Na mijn schooltijd (basisonderwijs, mulo) ben ik gaan werken bij PTT Technische Dienst, eerste jaar een vakopleiding
genoten om daarna op de afdeling Telex te gaan werken. Eerst als monteur en later ben ik op de afdeling verkoop gekomen en daar als accountmanager te eindigen om vervolgen als operationeel-accountmanager verder te gaan. Dat ben ik blijven doen tot 2004 om daarna van de vut te gaan genieten.

Vanaf dat moment ben ik vrijwilligerswerk gaan doen, bij de dierenhoek het Sparretje tot 2008 en van 2005 tot 2014 bij
Drukkerij Maasland als chauffeur. Op de dierenhoek heb ik Arie Uiterdijk leren kennen en ben zodoende in 2010 op de Furie gekomen als leerling stoker waar ik nu nog (alleen niet meer als leerling) mee bezig ben en dat blijft leuk om te doen. Ik kan alleen niet altijd omdat ik ook nog andere bezigheden heb. Ik hoop dit op de Furie nog lang te mogen doen.

Nico Sanders

By |

Mijn naam is Nico Sanders en aan boord van de Furie ben ik de 3e machinist.
Ik was al heel lang betrokken bij de Furie, voordat ik ook daadwerkelijk aan de slag ging als vrijwilliger. Mijn vader was in mijn tienertijd al vrijwilliger en ik ging graag met hem mee aan boord. Ik had zelf bedacht dat ze op de Furie niet zaten te wachten op een 16 jarige (totaal ongegrond, bleek achteraf). Ik bleef echter zeer geïnteresseerd in de Furie, dus toen ik 23 jaar was heb ik me ook als vrijwilliger aangemeld en ben dat nu al meer dan 20 jaar met heel veel plezier.

Het eerste jaar op de Furie heb ik doorgebracht ‘aan dek’; beetje schoonmaken, klussen en trossen vastmaken. Binnen het jaar mocht ik al meevaren naar vlootdagen in Den Helder. De eerste keer met de Furie over zee varen, was een geweldige ervaring! In Den Helder werd de Furie ingezet als ‘smokkelschip’, we kregen een heus schot voor de boeg en mariniers werden uit een helikopter aan dek gebracht. Fantastisch! Het grappige was dat we er nooit bij na hadden gedacht om onze lunch even op te bergen voordat de helikopter boven ons hing. De broodjes waaiden alle kanten op…

Toen ik 25 jaar was, werd ik naar beneden gehaald; ik mocht in de machinekamer de telegraaf bedienen. Ik vond het geweldig om bij de machine te zijn. Prachtig, al die draaiende delen en er was veel te doen. Jarenlang heb ik samen met Jan Peute op donderdagavond (buiten de reguliere openingstijden) een paar uur geklust aan de machine om achterstallig onderhoud weg te werken. Dan was het heerlijk rustig en hoefden we geen rekening te houden met bezoekers, dus hadden we tijd genoeg om alles op orde te krijgen. Beneden zijn we altijd bezig en de werkzaamheden variëren van schoonmaken tot slap ouwehoeren, wat de tijd aan boord ook heel aangenaam maakt!

Daarna ben ik nog vijf jaar stoker geweest en dat was even wennen. Niet echt mijn ding, maar het bleef uitermate gezellig. Intussen ben ik weer terug in de machinekamer en vervul de rol van 3e machinist. Effectief houdt dat in dat ik wordt ingezet als ‘olieman’. Mijn taak is om ieder half uur de bewegende delen van de machine te oliën en om de 2 uur de oliebakken te vullen. Hierdoor blijft de machine fijn lopen en gaat het manoeuvreren soepel. Verzaak ik mijn plicht heb ik de 1e machinist op m’n dak, ik kijk wel uit!

De Dag van de Zeesleepvaart in 2017 had ik mijn vuurdoop! Door omstandigheden, bleek dat ik die dag zou moeten functioneren als 1e machinist. Het was voor mij best spannend om voor de eerste keer hoofdverantwoordelijke te zijn in de machinekamer, maar alles is perfect verlopen. En daar ben ik best trots op!

Mijn hart ligt op de Furie toch echt wel in de machinekamer. De echte grote klussen zijn intussen klaar en alles verkeert in perfecte staat. Ik zal er alles aan doen en alles voor geven om de Furie in tip top conditie varend te houden en ik hoop dat ik mijn opgedane kennis kan doorgeven aan nieuwe jongere vrijwilligers die het op den duur van ons over kunnen nemen.

Zolang de Furie het uithoudt, hou ik het ook vol om mijn bijdrage als vrijwilliger te leveren.

Paul Bronstring

By |

Hallo beste lezer,
Gevraagd was of we een stukje wilden schrijven voor het smoelenboek, als toelichting voor het persoon achter de vrijwilliger van de Furie.

We schrijven de datum 29 December 1966, de dag dat in Emmen Paul Bronstring junior wordt geboren. Zoon van Nora en Paul en broertje van Ellen.Tijdens de omzwervingen door Nederland in verband met het werk van mijn vader, en na de geboorte van mijn zusje Caroline, belanden we als laatste in Bergen op Zoom. Opgroeiend in een periode waar de meeste mensen het niet breed hadden, en grote interesse hoe iets werkt leerde ik hoe je heel veel zelf kunt repareren, sommige “projecten” mislukten wel eens, als je daar meer over wilt weten moet je met mijn zussen praten.
Ik wist dus al vroeg, dat als ik later groot was, ik iets met mijn handen en techniek wilde doen.
Wat, wist ik niet, te veel leuke dingen. Dus toen de keuze gemaakt moest worden welke middelbare school het ging worden, werd het de T.T.O. een opleiding met veel theorie, techniek, en praktijk, zeg maar de mechatronica opleiding van deze tijd.
In mijn vrije tijd hielp ik toen af en toe de buurman, die in industrie naaimachines handelde, met het ombouwen van de machines. Na het behalen van de diploma’s heb ik bij veel techniek bedrijven gesolliciteerd, en werd vaak afgewezen in verband met mijn aankomende dienstplicht.
Tijdens een sollicitatie bij modelmakerij- Interieurbouw Hazen kreeg ik hetzelfde te horen, maar dat ik na de 16 maanden dienstplicht maar weer eens moest langskomen.
Na een te gekke tijd bij 104 verkenning, meteen weer langs gegaan bij Hazen en de maandag erop begonnen met een proefperiode van een half jaar. Na een week kwam de baas al met een briefje of ik het even wou doorlezen en eventueel ondertekenen, het was een overeenkomst voor een vast contract!!!
Na 25 jaren allerlei leuke Interieur projecten, prototypen, one of tools, matrijzen en machines gebouwd te hebben, en hier mijn maatje en vrouw tegen het lijf ben gelopen, waarmee ik nu twee leuke toffe zonen vol uitdagingen heb, kregen we ook hier problemen door de crisis. Na een fusie met een andere modelmakerij bleef het aanbod nog steeds dalen wat tot gevolg had dat alle modelmakers hun ontslag aangezegd kregen. Tijdens de ontslagperiode (die net na de zomervakantie zou aflopen) ben ik alvast bij wat oude klanten langs geweest, en daarna toch op vakantie gegaan. Bij terugkomst stond de baas op het antwoord apparaat of ik een oude klant terug wilde bellen. Na Plastica gebeld te hebben voor een afspraak, was ik na een uur alweer thuis met een vast contract, gewoon omdat ze al bekend waren met het persoon en zijn werk.
Ondertussen werk ik nu alweer bijna vier jaar bij Plastica Thermoforming, ook weer een baan met veel techniek, handwerk, C.N.C. machines, en uitdagingen voor het maken van producten die gebruikt worden, van duikboten tot aan ruimtevaartuigen en alles wat daar tussen zit, en van prototypes tot terugkerende series.

Als kind van de generatie radio en zwart wit tv, had je de buurt en het bos om hele dagen te kunnen spelen. En boeken, stapels met boeken om in op te gaan om spannende avonturen te beleven, overdag en ´s avonds onder de dekens met een zaklamp.
De spannendste waren die van Jan de Hartog en K. Norel, en dan vooral als het dan met varen te maken had, dus toen Hollands Glorie op de tv kwam, heb ik de eerste drie afleveringen “stiekem” vanaf de trap meegekeken om daarna, na plechtig te beloven op tijd weer uit bed te zijn voor school, weggedoken in de bank of stoel, de serie afgezien.
In de jaren daarna af en toe weer eens de Kaptein, Gods Geuzen, Hollands Glorie gelezen en dan natuurlijk binnen een week weer uitgelezen.
Totdat we met ons gezinnetje naar Halsteren verhuisde en mijn vrouw Bianca kennis maakte met Norma tijdens ophalen van de kinderen van school. Zal het een jaar zijn geweest, of korter ik weet het niet maar soms heb je een klik met iets of iemand, en voordat je het weet loop je bij mekaar de deur plat. De toenmalige vriend van Norma was toen vrijwilliger op de Furie, en van het een komt het ander. Ja natuurlijk ga je dan mee even kijken in Maassluis.

Na een uurtje rijden kom je dan bij de koepaard brug, brug over een zwarte schoorsteen met witte band en rode W van Wandelaar, je hart gaat sneller en een beetje adrenaline rush door je lijf. Voorlangs de Haas, shit het is ze echt de Furie, raar maar waar het was net zoiets als de eerste keer dat ik mijn Bianca zag. Na een stukje lopen de kade op, de loopplank over en dan sta je aan boord, de Furie je staat op de Furie. De bemanning is druk bezig met onderhoud, ondertussen stel je je voor aan diegene die je tegenkomt. Onderweg naar voren lopend ruik je de olie, verse verf, ijzer wat door geslepen is. In de walegang komen de etensluchten uit de kombuis je tegemoet. Ondertussen wordt er een geintje uitgehaald met Arie, die dan “vriendschappelijk” terug vloekt naar de kok Tinus, en Henk; ik loop letterlijk het boek binnen, ik zit midden in het verhaal.

Er wordt besloten dat Arie als de gids op de boot mij straks na het eten maar een rondleiding gaat geven. Als er na het eten bezoekers komen voor een rondleiding, laat Jan Peute mij het schip zien.
En dan sta je beneden in de Furie, in de machine kamer en in de boiler ruimte, in de Furie, overal om je heen techniek, oude techniek, oude techniek die bijna honderd jaar oud is, een schotse ketel met twee vuren, tripple expansie machine met hackworth omkeersysteem, net als op school uit de boeken maar dan in het echt.

En dan komt de vraag wat wou je eigenlijk komen doen, we kunnen wel een stoker erbij gebruiken, machinisten zijn er genoeg.
Als je aan deze “technieker “ metaalbewerker vraagt of hij met vuur, kokend water, hoge drukken, smeerolie een schip leven in wil blazen en dan samen met anderen een stukje wil gaan varen?
Dan zegt hij, ja lijkt me wel leuk, en blijft heel rustig, hij heeft daarna wel drie weken nodig om die grijns van zijn gezicht te krijgen… De Furie, ik mag stoken op de Furie.

Iets voor de eerste keer doen in praktijk nadat je de theorie gehad hebt blijft altijd spannend, helemaal als je weet dat voor je 15000 liter water zit met een temperatuur van ongeveer 195 graden Celsius bij een druk van 14 Kilogram op elke vierkante Centimeter en een brander die rond de twee honderd liter gasolie kan uitspuwen met een vlam van ongeveer anderhalve meter en een temperatuur rond de 400 graden Celsius. Komt er nog bij dat alles op gehoor, zicht en gevoel gaat.
De turbine rond de 3000 rpm (op gehoor, er is geen toerenteller), de olietoevoer (een klein tikje draaien, er staan geen standen op), de fakkel aansteken en in de vuurgang houden (niet te diep, dan blaast de olie de vlam uit, niet te hoog dan blaast de lucht de vlam uit), als je eenmaal een vlam hebt kijken naar de kleur en luisteren naar het geluid dat de vlam maakt, staat alles goed dan heb je een schone vlam die minimale brandstof gebruikt en maximaal temperatuur in het water stopt.
Hierdoor krijg je een hele blijde machinisten, en als de machinisten blij zijn is de stuurman blij, als hij blij is, is de kapitein blij en als de kapitein blij is, is het hele schip blij.

Kortom alles wat met de Stichting Hollands Glorie te maken heeft, valt of staat met de vrijwilligers, hun kennis en toewijding tot de taken op en rondom de Furie.
Voor mij is belangrijk om dit stukje techniek werkende te houden zodat mensen kunnen voelen en of meemaken hoe het samenspel tussen mens en machine was en is.
Toegegeven, het is een eindje reizen met trein of auto, dat ik meer tijd zou willen kunnen besteden aan het onderhoud, en dat het wel eens zwaar kan zijn. Maar de voldoening die het geeft om met deze hechte groep bemanningsleden een schip als de Furie te mogen varen als toentertijd en dat al bijna acht jaar lang, is gewoon een kinderdroom van een jongetje die uitkomt.