Skip to main content

Column: Historisch erfgoed anno 2024

Toen ik in 2017 de allereerste Furie-column schreef, heb ik dit opgetekend: ‘Ik ben blij dat ik iets wezenlijks kan toevoegen aan de club naast alle prachtige techniek. Al blijven mannen soms toch echt wel van Mars komen. In een van mijn eerste bestuursvergaderingen van de Furie werd mijn vraag ‘of ik geld uit mocht geven aan Public Relations’ met hoongelach ontvangen door mijn mannelijke medebestuurders. Achterover leunend riepen ze alle zes in koor: “Och jee, we hebben een vrouw in het bestuur hoor, daar gaan de centen en wat hebben we daar nou aan!” Alsof ze het van te voren hadden ingestudeerd. Zucht… het werd een lánge vergadering.’

Intussen ben ik acht jaar secretaris van Stichting Hollands Glorie en komen bovenstaande taferelen nog best eens voor. Niet vaak, maar toch. Ik weet als geen ander dat iedere euro die binnenkomt, ook daadwerkelijk wordt besteed aan onderhoud. De Furie voor alles, want zonder een schip dat vaarklaar is komen we niet ver. Dat snap ik zelfs.

Toch is het voor de Furie belangrijk om zichtbaar te zijn. Voorlichtings- of PR activiteiten, bijvoorbeeld een prachtige nieuwe folder en website in de nieuwe huisstijl, worden met wat gesnuif begroet. Met z’n allen, vriendelijk lachend, op de promotiefoto? Há, een onbetwist huzarenstuk!

Vaart de Furie meer, door dit soort activiteiten? Nee, maar ik denk dat het wel degelijk bijdraagt aan de hoge gunfactor van de Furie. Met de nieuwe huisstijl, die intussen op alle Furie-uitingen is doorgevoerd, zijn we herkenbaar en hebben we een uniforme uitstraling. Of je nou de site bekijkt of een bemanningslid ziet lopen, je zult weten: dát is de Furie!

Ons – gezamenlijk – doel is bereikt; de prachtige eeuwoude dame is aangekomen in 2024, maar fungeert nog altijd als het historische boegbeeld van Maassluis.

Veerle Vliegenthart

Column: Soep zonder ballen

De scheepskok van de Furie had weer eens een culinaire ingeving om de bemanning te
voorzien van een oosterse tofoe-achtige soep. Na op vorige reizen de kleuren rood en groen
te hebben gehad, was deze keer de kleur geel aan de beurt.


Nadat de twaalf in de klok was verschenen en de bemanning zich opmaakte voor de lunch,
werd eerst het nodige aan spirituele drank tot men genomen ten einde zich voor te bereiden
op de maaltijd. Onze scheepskok, met zeer sterke banden uit ons oostelijke koloniale
verleden, bedient zich regelmatig met uitspraken van deze periode, om bij ons de indruk te
wekken dat hij zeer thuis is in de oosterse keuken.

Termen van ingrediënten zoals petjal, ajam kahio, babi smoor of sajoer tumis tahoe vliegen
ons dan ook regelmatig om de oren. Waarbij de bemanning steeds bedenkelijker gaat kijken
met de vraag van wat er nu weer wordt voorgeschoteld. Al weten we niet altijd wat we eten,
het smaakt wel prima!


Enige tijd later werd door de scheepskok het menu van de dag opgediend, wat vooraf ging
met een – volgens de kok – overheerlijke traditionele soep die nu nog op elk zeeschip wordt
geserveerd. Onder het opdienen van de gele soep, kwam er uit de keel van de scheepskok
een spraakwaterval van oosterse woorden met betrekking tot de ingrediënten welke deze
gele soep zou bevatten.


Termen zoals ketoembar, djinten, lomboks en serehstengel vlogen ons om de oren.
Nadat de eerste kommen soep waren uitgedeeld en met de lepel werd beroerd, klonk er
ineens uit het niets in onvervalst Haags dialect: “Hey d’r zitten geen ballen in!“
Waarop de scheepskok geïrriteerd omkeek en de opmerkzame schepeling toebeet: “ Ja Arie,
wees blij dat je geen tofoe eet.”

Frans Verbrugge

Kapitein Furie

Column: Kennis

Het varen en het onderhouden van een stoominstallatie van honderdzeven jaar oud vergt best wel
een hoop vakkennis, al zeg ik het zelf. Ik kwam in 1978 aan boord van de Furie als man van zeventien.
Man ja, want het was natuurlijk wel stoer dat je op een sleepboot zat.

Zo kwam ik uiteindelijk op de
stookplaat terecht waar aanvang werd gemaakt met het bikken van ketelsteen in de stoomketel. Dat
heeft zeker negen maanden op de zaterdagen gekost voordat de ketelkeuring gereed was door het
Stoomwezen. Daarop volgend, het leren opstoken en stoken met de stoomturbines aangedreven
oliebranders en ervoor zorgen dat er voldoende water in de stoomketel zat. Alles door de heren
machinisten talloze keren uitgelegd en voorgedaan.

Bij voldoende opgedane kennis en kunde volgde
de verhuizing naar de machinekamer. Ook daar gaan jaren inzitten voordat je eindelijk aan de
manoeuvreerstand van de stoommachine mag staan. Het omgaan en bedienen van hulpwerktuigen
moet als eerste onder de knie gekregen worden. Alles onder toezicht van de machinisten.


Hoe leuk is het dan om al die opgedane kennis nu door te geven aan de jongere generaties die ook
op de stookplaat beginnen en ze te zien doorgroeien naar de machinekamer. Uiteindelijk hebben we
een gezonde ploeg stokers en machinisten die allen weten hoe met deze, compleet handbediende,
stoominstallatie om te gaan.

Handbediend is tegenwoordig een uitstervend woord in de wereld van
automatisering. Dat maakt het vak van stoommachinist op een oude sleepboot nou juist zo leuk.
Het onderhoud van de stoomketel, hulpwerktuigen en stoommachine vergt veel tijd en vakkennis.
Ook hier geven we die kennis door, welke niet meer op school geleerd wordt. Met name is er veel
oog voor de veiligheid. Stoom is een zeer heet medium en gevaarlijk als hier niet goed mee wordt
omgegaan.

Jan Peute
Machinist S.S. Furie

42e FURIEade!

Een prachtige stoomzeesleepboot als de Furie, die haar taak al honderdzeven jaar zonder morren of ernstige mankementen vervult, heeft in principe maar twee dingen nodig.
– Punt één: een bemanning die enthousiast en met liefde deze mooie oude dame vertroetelt en in de watten legt. Eh… in het water in dit geval.
– Punt twee: financiële ruimte om alle onderhoudswerkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Bemanning

Met het eerste punt zit dat wel snor. Aan boord van de Furie is een grote ploeg vrijwilligers aanwezig waar daadwerkelijk Furie-bloed door de aderen stroomt. Uiteraard wordt er hard gewerkt, maar het is ook een gezellige en hechte ploeg. Iedere woensdag en zaterdag gaat de bemanning hard aan de slag om de Furie in uitstekende staat te (be)houden. Er wordt gesleuteld aan de machine, of er wordt gewerkt aan de nieuwe elektrische installatie. De Furie is dan wel op leeftijd, maar ze gaat wel mee met haar tijd. Om het mooie plaatje van de Furie aan de Stadhuiskade in Maassluis te waarborgen, wordt de bemanning ook met enige regelmaat gespot met een verfkwast in de handen. Als je het ‘boegbeeld van Maassluis’ bent, kan je er maar beter voor zorgen dat je er heel goed uitziet tenslotte.

Financiën

Het tweede punt is altijd wat lastiger, want dit gaat ronduit over ‘de centen’. En dan heb ik het hier niet over het grootonderhoud van de Furie. Voor de echte grote, dure klussen mogen we gelukkig een beroep doen op een aantal subsidiefondsen. Nee, ik heb het hier over de reguliere klussen die de bemanning zelf aan boord uitvoert. De bemanning wordt niet betaald, maar het kopen van verf of andere klusbenodigdheden kost nou een maal geld.

Vrienden van de Furie

En om deze kosten te dekken, heeft de Furie vrienden nodig! Particulier bent u vanaf €25 al vriend voor een jaar (meer mag natuurlijk ook). Een bedrijfsvriend begint bij €100 per jaar. Helpt u mee om de Furie in stand te houden? Word Vriend!

We zijn er trots op om dit jaar alweer de 42e Furieade te mogen vieren. Bestuur en bemanning van de Furie wenst het bestuur van de Furieade en verder heel Maassluis weer een geweldig Furieade feest toe!

Veerle Vliegenthart, secretaris Stichting Hollands Glorie

Column:
Het verhaal van de Furie in een nieuw jasje

Column Furie, september 2023

Al zolang ik in deze stad woon, is ze het boegbeeld van Maassluis: de Furie. Inmiddels meer dan 100 jaar oud en, net als ik, afkomstig uit Groningen. Dat schept een band!

Ik ken de Furie zoals de meesten haar kennen, op haar vaste plek op dé Maassluise ansichtkaart. Later leerde ik meer. Mijn buurman kon er enorm enthousiast over vertellen. Ik zie het schip jaarlijks als vrijwilliger bij de Sintintocht in Maassluis van dichtbij en tijdens het 100-jarig jubileum had ik het geluk Thecla Bodewes (van Thecla Bodewes Shipyards) even te spreken op één van de jubileumtochten. Nog wat later werd ik Vriend van de Furie, iets wat ik iedereen kan aanraden.

Het verhaal van de Furie is bijzonder voor Nederland. Een door echte stoom aangedreven sleper, in een grijs verleden werkzaam als houtsleepboot en daarna hoofdrolspeler in de televisieserie Hollands Glorie. Daarna kwam de hoofdrol in Maassluis. Als vormgever was het mij wel duidelijk: dit verhaal moet verteld worden! Ik vond het geweldig dat ik gevraagd werd om een nieuwe folder en website voor de Furie te ontwikkelen. Dat hoef je natuurlijk maar één keer te vragen!

Voor mij zijn de uitgangspunten duidelijk. In Maassluis is de Furie van iedereen, in het bijzonder van de groep vrijwilligers die het schip op stoom houdt. Daarbij is veel aandacht voor de historie van het schip. Maar als boegbeeld van Maassluis moeten we ook aan mensen van buiten Maassluis vertellen waaróm het zo’n bijzonder schip is en juist dat laten zien: daarvoor komen mensen naar Maassluis.

De nieuwe folder en website laten een veelzijdig beeld zien van de Furie. Voor de Wereldhavendagen van 2023 was de nieuwe folder al klaar. En… nog even geduld voor de nieuwe website: daarover binnenkort meer!

Victor Kappelhof